The island of Culion was choosen by the Americans to isolate Filipino lepers, just as they did in Molokai, it was created as a reservation for lepers on 22 August 1904 - order nr. 33, signed by Governor Luke E. Wright. In 1905 they started constructing the first buildings around an old Spanish church. During these years, they started hunting lepers, the same as they were hunting animals. On May 27, 1906, the first batch of lepers arrived, after which many thousands followed. Until 1922, a total of 14,506 lepers were transferred to Culion. In 1923, only 5,232 lepers were still alive. Since 1913, the island had its own special peso coin.
In the 1990’s, from a national reservation under the Department of Health, Culion was transformed into a normal municipality, with the same political rights as other towns in the Philippines. But, due to the common misconception of the disease and the stigma that leprosy imprints on the patient, the conditions prevailing in Culion at the turn of the century have remained virtually the same until now.
As a special group of people, the inhabitants of Culion benefit best from an integrated multi-folded and progressive total community development program, and with this in mind, JP attempts to meet the people’s needs through a holistic approach that would suit the conditions and situations they find themselves in. The development and implementation of his various projects and services is a dynamic process which simultaneously alters to cope with the changes that take place within the community. At first glance, the enormity of Culion’s rehabilitation requirement is not apparent, but the effects of this community’s segregation from mainstream society has engendered a unique set of social norms which are far from being conducive to the development of the individual in relation to himself and his fellowmen.
In the Emergency Phase, JP, in his programs, was seeking to provide solutions for the basic needs of the needy in order to prepare them for rehabilitation and eventually self-sufficiency. Their receptivity and willingness to be rehabilitated would depend mainly on the stability of their daily sustenance. Education and economic development are two of the most important programs.
Since time immemorial, these unfortunate outcast of society have been shunned, beaten, isolated, and sometimes killed because of an affliction which was
misunderstood. Carried and brought down from generation to generation a stigma became attached to people who were deformed, who were decaying, whose feel smell should send shivers down
anyone’s spine. They were called the “unclean ones”, they were lepers or Hansenites.
With the several programs of the Department of Health, like the Elisa and MDT program, no one can deny that government approach to correct the situation is definitely positive. JP didn’t want to duplicate the government program and can, on the other hand support the government in other activities not in the itinerary of the government program or budget.
The welfare of the leper patients is the primary focus of the hansenite program. A weekly feeding program for 78 invalids within the wards of the sanitarium was conducted in the 1990’s. Thousands of kilos of foodstuff like noodles, pork and beans, pancit canton, pancakes were given to these people. The hansenites received yearly Christmas packages with clothing, towels, items for personal hygiene and food. Thousands of boxes with much needed medicines were donated. Most of the interned patients were near the prime of their lives. JP tried to ameliorate their condition by giving some amenities they have never or have seldom had.
Sewing machines, refrigerators, color tv’s, video recorders, domino sets, karaoke’s and wheelchairs were donated to the several wards (Wards 5 and 6, Ellen Baker, Bethesda and Yangco wards). To help in the recuperating/rehabilitation stage of the hansenites, pingpong sets, stationary bikes, weigts and pully sets, badminton sets and equipment to melt the wax used in the treatment, were donated.
Het eiland Culion werd door de Amerikanen uitgezocht om in navolging van Molokai de Filippijnse melaatsen op af te zonderen en laten uit te sterven. Culion is gesticht als een reservaat voor Melaatsen op 22 augustus 1904 met Order nr. 33 uitgeschreven door Luke E. Wright, de toenmalige Gouverneur. In 1905 werd er met de constructie van de eerste gebouwen aangevangen rond een oude Spaanse kerk. In de eerste jaren werd er jacht gemaakt op melaatsen, die zich meestal verborgen hielden gelijk opgejaagd wild. Op 27 mei 1906 kwamen de eerste melaatsen aan, waarna er nog vele duizenden volgden. De toestand was te beschrijven als chaotisch, zelfs de meest elementaire behoeften voor de mens waren er nog niet. In 1913 werd er een speciale munt in aluminium uitgegeven, alleen gangbaar op het eiland, waar alle betalingen mee moesten geschieden. De jacht op melaatsen was meestal hartverscheurend, wanneer de melaatsen en hun familie wisten dat ze mekaar nooit meer zouden weerzien. Tot 1922 werden er 14.506 melaatsen overgebracht naar Culion, waarvan er in 1923 nog 5.232 in leven waren. In de zeventiger jaren van vorige eeuw kwam de liberalisatie-wet die de kolonie opende voor niet-melaatsen.
In de jaren 1990, van een nationaal reservaat onder het Ministerie van Gezondheidszorg, was Culion getransformeerd tot een normale
gemeente, met dezelfde politieke rechten als andere dorpen in de Filipijnen. Maar door het algemene onbegrip dat gepaard gaat met de
ziekte en het stigma that melaatsheid graveert op de patient, maakte dat het leven en de situatie die er in Culion rond 1900 was, onveranderd was
gebleven zonder vooruitgang.
Als een speciale groep van mensen zouden de inwoners van Culion het meest voordeel halen uit een geïntegreerd en progressief totaal gemeenschaps-ontwikkelingsprogramma, en met dit in gedachten probeerden wij aan de noden van de mensen te voldoen door een benadering die zou passen in de condities en situatie waarin zij zich bevonden. De ontwikkeling en implementatie van zijn verschillende projecten en diensten was een dynamisch proces dat simultaan meegroeide met de veranderingen die plaatsvonden binnen de gemeenschap. Op het eerste gezicht was door de enormiteit van de vereiste rehabilitatie van Culion niet duidelijk waar te beginnen. De situatie die door het steeds verstoten en afzonderen van de melaatsengemeenschap ontstaan was, had geleid tot een unieke set van sociale normen die verre van bevorderlijk waren voor de ontwikkeling van het individu in in relatie tot zichzelf en zijn medemens.
In de eerste "Emergency-fase" hadden wij, in onze programmas, gezocht oplossingen te vinden om te voldoen aan de basisbehoeftes voor deze mensen om hen zo voor te bereiden voor de rehabilitatie en eventueel zelf te kunnen voorzien in hun behoeftes. Hun ontvankelijkheid en bereidheid om te worden gerehabiliteerd zou voornamelijk afhangen van de stabiliteit van hun dagelijks levensonderhoud. Onderwijs en economische ontwikkeling waren twee van de belangrijkste programma's.
Sinds eeuwen werd deze ongelukkige outcast van de maatschappij gemeden, geslagen, geïsoleerd en soms vermoord als gevolg van een ziekte die niet werd begrepen. Van generatie op generatie droegen zij het stigma met zich mee dat anderen deed huiveren door hun misvormde lichamen en geur die rillingen door de ruggegraat stuurden. Zij werden "de onreinen" genoemd, ze waren melaatsen of Hansenites.
Met de verschillende programma's van het Ministerie van Gezondheidszorg, gelijk het Elisa en MDT programma, kon niemand zeggen dat de aanpak van de
overheid om de situatie recht te zetten niet positief bedoeld was.
Wij wilden het programma van de overheid zeker niet dupliceren en wilden deze programma's helpen met projecten die alleen zouden bijdragen tot een verbetering van de
gemeenschapssituatie.
Het welzijn van de melaatse patienten was de primaire focus van onze hansenite-programma's. Een wekelijks extra voedingsprogramma voor 78 invaliden in de ziekenhuiszalen werd uitgevoerd gedurende verschillende jaren in de 1990's. Duizenden kilo's voeding zoals noodels, pork and beans, pancit canton, pannekoeken enz. werden uitgedeeld aan de patiënten. De hansenites kregen elk jaar Kerstpakketten met kleren, handdoeken, spullen voor persoonlijke hygiene en voeding. Duizenden dozen met hoognodige medicijnen werden geschonken. De meeste patiënten waren in de bloei van hun leven. Wij probeerden hun levenomstandigheid te verbeteren met het schenken van dingen die ze nog nooit hadden gehad.
Naaimachines, koelkasten, kleurentelevisies, videotoestellen, domino sets, karaoke’s en rolstoelen werden geschonken aan de verschillende ziekenhuiszalen (Wards 5 and 6, Ellen Baker, Bethesda and Yangco wards). Als hulp in de recuperatie/rehabilitatie fase van de hansenites, pingpong sets, stationary bikes, weigts en pully sets, badminton sets en een installatie om wax te smelten dat gebruikt werd in de behandeling werden geschonken .
Andere mensen blij maken doet toch zoooooooooo goed!!!